De eerste weken na licht hersenletsel
Als je een hersenschudding, een TIA of een klein CVA hebt gehad, mag je vaak na een bezoek aan de huisarts, spoedeisende hulp of een korte ziekenhuisopname thuis herstellen. (Dit gaat dus niet over de mensen met een groot letsel die klinisch gaan revalideren, of die gelijk starten met poliklinische revalidatie).
Wat is dan van belang? Wat kun je doen om je herstel te bevorderen en zijn er ook dingen die je juist niet moet doen?
Er worden soms tegenstrijdige adviezen gegeven of hele algemene adviezen. Als je huisarts het een zegt, je bedrijfsarts iets anders en je ervaart zelf alleen maar dichte mist in je hoofd dan is optimaal werken aan herstel best lastig. De tegenstrijdige adviezen komen voort uit het feit dat rust enerzijds belangrijk is voor het herstel en te veel rust (of te weinig activiteit) een goed herstel ook kan belemmeren.
Als huisarts is mijn favoriete website voor patiënten informatie is logischerwijs thuisarts.nl. Thuisarts.nl is namelijk gemaakt door huisartsen, gebaseerd op betrouwbare informatie en geschreven in duidelijke taal. Er staat een mooi stuk op over “val of klap op het hoofd”. Met daarin een duidelijke uitleg over (alarm) symptomen, een stukje achtergrond en adviezen. Toch zijn deze adviezen wel erg algemeen. In dit artikel wil ik de adviezen concreter en makkelijker toepasbaar maken.
Let op! Volg altijd het advies van je arts op. Jouw behandeling is namelijk letselspecifiek. Deze tips over het algemene herstel kun je zien als aanvulling of als invulling als je alleen hele aspecifieke adviezen hebt gekregen.
Bij een licht hersenletsel zoals een TIA of een hersenschudding kun je ervan uit gaan dat je zonder problemen herstelt. Er is maar een klein deel van de mensen dat klachten houdt. Het herstel van hersenletsel erg afhankelijk van de grootte van het letsel. Welke factoren nog meer van invloed zijn op de kans op blijvende klachten lees je in “blijvende klachten”.
Het is dus niet zo, als je je niet aan de adviezen houdt of als je jezelf overbelast, dat je iets in je hersenen stuk maakt.
De eerste 24 - 48 uur
De eerste 24-48 uur kun je het beste echt even rust nemen. Geef je lichaam rust door intensieve fysieke inspanningen te voorkomen. Vermijd fysieke activiteiten waar je klachten van toenemen. Zorg dat je voldoende slaap krijgt. Heb je pijn? Neem dan gerust paracetamol (maximaal 4x daags 1000mg).
Geef je hoofd ook rust vermijdt activiteiten die veel concentratie vereisen of activiteiten waardoor je klachten toenemen. Beperk je schermtijd in deze eerste 2 dagen zo veel mogelijk. Je kunt deze activiteiten later oppakken.
Drink geen alcohol!
Rust, activiteit en slaap
Hoe ga je daarna verder opbouwen?
Je wilt voorkomen dat je in een patroon terecht komt waarin je overbelast wordt, en vervolgens langdurig moet herstellen om dan weer te gaan overbelasten. Je bent dan continue aan het over- en onderbelasten. Te veel rust is niet goed voor je. Te veel belasten ook niet. Best lastig dus! (Voor alle onderstaande tips geld: gaat het je heel gemakkelijk af, doe dan meer. Ga tot aan de grens wanneer jij merkt dat je een toename van klachten ervaart, maar ga daar niet te ver overheen)
Wandel….
Een goed begin is 2x per dag een klein wandelingetje in een prikkelarme omgeving. Ga niet uit van je conditie voor je hersenletsel, maar begin echt klein, bijvoorbeeld 2x per dag 10 minuutjes. Kies een moment dat het rustig is, ga dus niet tijdens de spits de straat op. Grote kans dat het dan te overweldigend voor je is. Als je merkt dat dit goed gaat kun je dit langzaam opbouwen naar 2x 15 minuten, 2x 20 minuten etc. En let wel; breid dit langzaam uit, dus op het moment dat je merkt dat het je beter af gaat. Wandelen is een perfecte oefening omdat het zowel inspanning als ontspanning biedt.
Rust…
Neem regelmatig rustmomenten en zorg voor ontspanning. Dat betekent niet in je pyjama in bed met je kop onder de dekens en nietsdoen. Nee, doe dat niet, we weten uit onderzoek dat volledig bedrust soms juist een vertragend effect op het herstel kan hebben. Wat doe je dan wel? Mediteer, doe ademhalingsoefeningen, gebruik brainwaves, knuffel je kinderen, je huisgenoten en je huisdieren, doe indien nodig een kort middagdutje. Luister je favoriete muziek.
Rust betekent activiteiten die cognitief (denken), fysiek en emotioneel niet te inspannend zijn. Wat jou rust en ontspanning brengt is waarschijnlijk anders dan voor het letsel, dus probeer het gewoon uit. Meer over ontspannen lees je ook in mijn stuk “ontprikkelen”. Naast fysieke en cognitieve rust is ook emotionele rust belangrijk. Probeer uiting te geven aan de emoties die gepaard gaan met deze periode. Praat erover met een naaste, schrijf in een dagboek. Uit die emoties. Lees hier meer over emotionele rust.
Slaap…
Slaap is essentieel voor een gezond brein! Slaap zoveel als je nodig hebt! Maar doe dit wel ’s nachts ;-). Ga op tijd op bed en pas goede slaap hygiëne toe. Kijk hier voor tips met betrekking tot slapen. Probeer elke dag wel op een vaste tijd op te staan en naar bed te gaan. Een dutje overdag is prima, maar probeer dit af te bouwen naar mate het letsel langer geleden is.
En activeer…
Het liefste wil je gelijk weer aan het werk, met je opleiding bezig en al je activiteiten oppakken. Dat is heel begrijpelijk, maar geeft ook kans op overbelasting. Begin met kleine taakjes in huis oppakken; de vaatwasser uitruimen, wat opruimen, of op een rustig moment een simpele maaltijd bereiden (tip; maak vast ’s ochtends of 's middags warm eten, dan heb je meer energie, warm het dan 's avonds op).
Als je merkt dat dit soort taken makkelijker gaan, breid je ze langzaam uit. Het principe is dat je na elke activiteit even rust neemt. En het is handig om cognitieve inspanningen en fysieke inspanningen af te wisselen. Bijvoorbeeld: stukje lezen, even rusten met ademhalingsoefeningen, dan een korte wandeling, daarna weer even rust, etc. Merk je dat het beter gaat; kies er dan voor om een langere activiteit uit te proberen of verhoog de intensiteit (ga niet tegelijk iets doen wat langer duurt en intensiever is). Blijf het afwisselen met rust. Blijf in deze weken waarin je je activiteit opbouwt je schermtijd beperken, dit vraagt namelijk erg veel van je (visueel, qua prikkelverwerking en cognitief). En breid ook dit langzaam uit. De boodschap: activeren is goed, maar doseer! Door te snel te willen en te gaan overbelasten kan je herstelproces langer duren. Het kan je ook onzeker maken; “ik kan dit niet meer”.
Door goed te doseren kun je stabieler opbouwen en krijg je ook weer sneller vertrouwen in jezelf terug. Probeer hierbij wat je kon voor je letsel even los te laten, dat komt later weer. Ga uit van je belastbaarheid nu – hoe goed of slecht die ook is. Lukt iets niet, laat je dan niet te veel ontmoedigen, het is blijkbaar nog te snel voor je, probeer het een week later weer. Voel je je als snel weer beter en kun je sneller, dat is ook prima! Start met het hervatten van werk of opleiding als je thuis weer alles kunt doen, inclusief de leuke dingen.
Voeding
Zorg in deze periode van herstel dat je gezond eet. We weten allemaal dat als je onregelmatig en ongezond eet dat je je hierdoor moe kunt voelen. Je bent waarschijnlijk al moe, dus alle reden om met voeding je energie te boosten en niet te beperken! En nee, dat betekent niet dat je uren in de keuken hoeft te staan of allerlei exotische ingrediënten in huis hoeft te halen. Daar heb je nu namelijk ook helemaal geen energie voor.
Als je je aan deze simpele basisregels houdt kom je al een heel eind:
Ontbijt met voldoende eiwit.
Eiwit zorgt voor een langer verzadigingsgevoel en voor minder pieken en dalen in de suikerspiegel (waardoor je je lekkerder voelt). Door meer eiwitten te eten blijf je ook makkelijker op een gezond gewicht.
Er zijn veel verschillende producten met eiwit; makkelijk voor het ontbijt zijn bijvoorbeeld yogurt, skyr, kwark, of kies voor een soyayogurt als je plantaardig eet. Voeg een handje zaden of noten toe voor en je krijgt ook allemaal goede vetten die goed zijn voor je brein en klaar ben je!
Zorg ook bij de lunch en avondeten om dezelfde reden voldoende eiwit toe. Bij deze maaltijden kun je ook wat meer koolhydraten en vetten nemen.
Peulvruchten zijn een fantastische bron van eiwit; gooi ze door een salade, maak een lekker soep, of kies een bonenpuree (zoals humus). Lees hier meer over eiwitten.
Simpele lunch ideeën: volkorenbrood met scrambled eggs (of scrambled tofu), volkorenbrood met humus, salade met avocado en walnoten.
Eet voldoende goede vetten.
Goede vetten (onverzadigde vetten) zijn goed voor je brein en voor je bloedvaten (van belang als je een TIA/CVA hebt gehad). Kies vette vis, noten, zaden en plantaardige oliën.
Eet alle kleuren van de regenboog.
Door voedingsmiddelen van verschillende kleuren te eten eet je gevarieerd en krijg je veel goede voedingsstoffen binnen.
Denk bijvoorbeeld aan blauwe bessen door je yoghurt, een groene smoothie tussendoor, tomaatjes bij de lunch en kleurige groentes bij je avondeten.
Beperk het gebruik van cafeïne en vermijd alcohol.
Cafeïne beïnvloed de kwaliteit van je slaap (ook al denk je van niet). Ook kan cafeïne je een gejaagd gevoel geven, terwijl je juist ontspanning wilt bereiken voor je herstel. Gebruik na 16.00 geen cafeïne (Dat betekent dus geen koffie, geen zwarte thee en geen andere cafeïne houdende dranken). Alcohol verstoort je slaap en is niet goed voor je herstel. Liever helemaal vermijden dus.
Probeer eens verschillende soorten kruidenthee, rooibosthee of gemberthee.
Weer sporten
Er zijn veel verschillende “return to play” protocollen, die nogal verschillend zijn afhankelijk van in welk land je woont en welke bron je raadpleegt. Ben je een fanatieke sporter? Laat je dan begeleiden door een fysiotherapeut. Zoals hierboven beschreven kun je de eerste 2 weken (contactsporten) het beste vermijden aangezien er een vergrote kans is op herhaling.
Stap 1. Begin met lichte fysieke activiteit zoals wandelen of lichte huishoudelijke klusjes.
Stap 2. Bouw die op in intensiteit, na verloop van tijd kun je bijvoorbeeld gaan proberen te joggen, fietsen of spieroefeningen te doen.
Stap 3. Als dat ook goed gaat, kun je op een hogere intensiteit gaan trainen (hardlopen, intervaltraining, intensief sporten op de sportschool), nog steeds in een setting waarin je geen risico loopt op een klap op je hoofd.
Stap 4. Als je op een hoge intensiteit kunt sporten kun je weer gaan trainen in een contactsituatie. Dus je normale trainingen van bijvoorbeeld balsport.
Stap 5. Merk je dat de trainingen ook weer goed gaan, dat je scherp bent en geen extra klachten krijgt? Dan kun je weer wedstrijden gaan doen/volledig participeren.
Bij elke stap geldt: krijg je extra klachten door het sporten, doe een stapje terug gedurende een week en probeer het dan opnieuw.
Weer aan het werk of naar school
Als je zover bent dat je thuis de meeste activiteiten weer kunt doen, kun je ook werk of school gaan oppakken.
Weer naar school/opleiding gaan na een hersenschudding of ander licht hersenletsel kan lastig zijn. Je bent eruit geweest en hebt mogelijk dingen gemist: belangrijke lessen, misschien wel toetsen of examens. Daarnaast kunnen de klachten van het letsel, zoals concentratieproblemen of overprikkeling, het lastig maken.
Bespreek van tevoren met een docent of begeleider hoe je dit kunt aanpakken. Bouw de tijd die je naar school gaat rustig op. Bespreek ook welke aanpassingen er mogelijk nodig zijn; bijvoorbeeld oordopjes/zonnebril, extra pauze, hulp bij aantekeningen maken, een rustige ruimte om tussendoor bij te komen, een audio-opname maken van een les of college of extra tijd bij een toets.
Als je werkt is het fijn om tijdens je afwezigheid contact te houden met je collega’s en werkgever. Werkhervatting kan lastig zijn. Je bent eruit geweest en hebt misschien een werkachterstand opgelopen. Je hebt mogelijk nog klachten die je functioneren bemoeilijken. Het is fijn als je hierbij wat begeleiding kunt krijgen. Vaak is er een bedrijfsarts betrokken. Deze kan je goed advies geven over hoe je je werk het beste kunt opbouwen. Ook kan deze helpen bij het creëren van de juiste omstandigheden voor je werkhervatting. Een belangrijke factor is dat je werkgever kennis heeft over hersenletsel, hier kun jij een handje helpen door je werkgever van de juiste informatie te voorzien.
Zijn er aanpassingen nodig voor dat je begint met opbouwen? Oordoppen, zonnebril, een rustige ruimte om bij te komen, een buddy of vertrouwenspersoon op de werkvloer, extra pauzes? Bespreek het met je werkgever en/bedrijfsarts en maak een plan. Begin boventallig zodat je niet begint met te veel werkdruk en bouw je werk tijden langzaam op. Probeer ook rondom je werk de situatie te optimaliseren, vraag steun aan je partner en zorg dat je als je thuiskomt uit je werk eerst kunt rusten.
Voorkom nieuw hersenletsel
Als je een hersenschudding, of ander hoofdtrauma hebt gehad is de kans op een nieuw letsel vergroot. Bijvoorbeeld omdat je duizelig of trager dan anders bent. Vermijd daarom activiteiten waarbij je opnieuw een klap op je hoofd kan op lopen. Als je een nieuwe hersenschudding oploopt terwijl je hersenschudding nog niet is geheeld is de kans op blijvend letsel vergroot. Ook als je hersenschudding wel is geheeld, blijft het belangrijk om nieuwe hersenschuddingen te voorkomen omdat ook herhaaldelijke hersenschuddingen een grotere kans geven op blijvend letsel.
Draag een helm bij het fietsen en vermijd gedurende minimaal 2 weken (contact)sporten die kans geven op een nieuwe klap op het hoofd (bijvoorbeeld balsporten, vechtsporten). Ook bij ander hersenletsel geldt dat je een stapeling van letsel wilt voorkomen omdat de kans op blijvende klachten wordt vergroot.
Bovenstaande adviezen zijn dus ook van belang als je door een andere reden hersenletsel hebt opgelopen.
Als je een TIA/CVA hebt gehad is de kans dat je nogmaals een TIA/CVA zult krijgen vergroot. Het is dus belangrijk die kans zoveel mogelijk te verkleinen. In de medische wereld noemen we dit cardiovasculair risicomanagement (CVRM). Hierbij wordt gekeken naar je leefstijl zoals roken en bewegen, je gewicht, je familiaire risico op hart en vaatziekten, je cholesterol (vetten in het bloed) en andere aandoeningen.
Waarschijnlijk heb je van de neuroloog al medicatie gekregen om de kans op een nieuwe TIA/CVA te verkleinen. Het is van groot belang dat je deze medicatie neemt. Heb je bijwerkingen? Bespreek dit dan met de voorschrijvend arts en stop nooit zomaar.
Rook je? Dan is stoppen van groot belang. De praktijkondersteuner van de huisarts (POH) kan je goed begeleiden met jouw CRVM en je ook adviezen geven over stoppen met roken. Ook de aanpak van andere risicofactoren zoals hoge bloeddruk, hoog cholesterol of overgewicht is van belang. Bij al deze zaken kan de POH je helpen en advies geven. Probeer hierbij een concreet en haalbaar plan te maken. Bijvoorbeeld tegelijk en stoppen met roken en afvallen is bijvoorbeeld best heel lastig. Kies er dan liever voor om je eerst te focussen op stoppen met roken (daarmee heb je ook de meeste gezondheidswinst) en als dat is gelukt stel dan je volgende doel. Lees hier meer.
Blijvende klachten?
Heb je na een week of 6 nog vervelende klachten? Geen zorgen, de kans is groot dat de restklachten vanzelf verder herstellen. Het is wel verstandig om met je huisarts/specialist te overleggen hoe je het vervolg het beste kan aanpakken. Mogelijk zijn er risicofactoren op een langdurig beloop en kun je daarmee aan de slag. Lees hier meer over in “blijvende klachten”.
Een aantal opties in deze fase:
Maak een afspraak met een eerstelijns ergotherapeut om je te helpen doseren en om te gaan met overprikkeling
Ga aan de slag met een (psychosomatisch) fysiotherapeut die verstand heeft van hersenletsel om ondersteund te worden in conditie opbouwen, te werken aan balans of om fysieke klachten te behandelen
Naar een psycholoog/POH GGZ. Bijvoorbeeld als je last het van traumaklachten van de oorzaak van je letsel zoals een ongeluk, of omdat je moeite hebt met alle emoties die gepaard gaan met het letsel.
Heb je visuele klachten ga dan naar een optometrist of orthoptist die ervaring heeft met neurovisuele klachten. Laat je testen en laat je informeren over behandelmogelijkheden.
Of kies voor een alternatieve route en ga aan de slag met trainingen – lees hiervoor mijn stuk over de behandeling bij CFX.
Mijn ervaring in de eerste weken na mijn letsel:
Na mijn CVA mocht ik na een korte opname weer naar huis. Ik mocht niet autorijden, maar verder mocht alles.
Ik bracht mijn dagen door in bed vanwege migraine, de ene aanval volgde de andere op. Zodra ik een moment geen migraine had probeerde ik alles te doen wat ik normaal ook deed, en ook op mijn gebruikelijke intensiteit. We hadden vakantie en er was een groot evenement in de stad. Ik was me totaal niet bewust van de gevolgen van mijn letsel waardoor ik gewoon 2 uurtjes op een stoepje in de drukte ging zitten kijken bij het evenement. Later die week boekte ik een hotel om aldaar met man en kind een lange wandeling te maken en ook uiteten te gaan.
Dit gedrag resulteerde in de (mij nu bekende) vicieuze cirkel van alles of niets. Continue over en onder belasten. Dit resulteerde in hele korte tijd in een flinke toename in klachten. Binnen een week was ik dusdanig uitgeput dat ik niet eens meer m’n kleren aan kreeg ’s ochtends. Achteraf had ik graag wat meer leidraad gewild, dus bij deze!
Achtergrond voor professionals
Na een licht hersenletsel is de verwachting dat de patiënt vlot zal herstellen. De patiënt krijgt meestal enkele adviezen mee naar huis en eventueel nog informatie op papier of via een website.
Vaak is dit in een setting waar er veel tijdsdruk is (zoals de SEH of de huisartsenpost) of waar minder ervaren artsen werken (de basisartsen op zaal). Daarnaast is het zo dat er in de opleiding geneeskunde en de huisartsenopleiding weinig aandacht wordt besteed aan NAH. In deze setting gaat het vaak om het uitsluiten van ernstig letsel en minder over de adviezen om de patiënt weer op weg te helpen. Deze factoren tezamen kunnen ervoor zorgen dat een deel van de patiënten de gegeven adviezen als onvolledig of te algemeen ervaart.
Voor de patiënt die zonder problemen en vlot herstelt, is dat geen punt, maar juist bij de groep die klachten houdt zou het zo fijn zijn als ze direct na het hersenletsel goed op weg worden geholpen.
Wat is er te zeggen over de wetenschappelijke achtergrond van de patiënten adviezen die er zijn?
Bij hersenschuddingen werd van oudsher vaak het advies gegeven bedrust te nemen. Later is dit in Nederland veranderd naar het advies om binnen enkele dagen de dagelijkse bezigheden weer proberen te hervatten. Deze adviezen zouden niet tegenstrijdiger kunnen zijn.
Voor een klein CVA of een TIA worden er wel letselgebonden adviezen gegeven, maar wordt er in de richtlijnen niet gesproken over wat voor de patiënt wel of juist niet verstandig is om te doen. Er is hierover ook nauwelijks wetenschappelijk onderzoek te vinden. Terwijl ik zelf als patiënt wel behoefte had aan advies en ook de patiënten waar ik de huisarts van ben vragen daarom. Ook bij ander licht hersenletsel wordt hier weinig over gezegd. Het ligt daarom voor de hand om uit praktische overweging de adviezen voor een licht traumatisch letsel ook over te nemen voor licht niet-traumatisch hersenletsel. Wellicht onterecht, maar door het gebrek aan kennis nu de enige optie.
Wat is er bekend over het advies bedrust?
De richtlijn “licht traumatisch hoofd/hersenletsel” van de Nederlandse vereniging voor Neurologie uit 2010 adviseert het volgende “Tijdens opname en bij ontslag uit het ziekenhuis dient strikte bedrust ontraden te worden; gestreefd moet worden naar volledige mobilisatie binnen enkele dagen.” Dit advies wordt overgenomen in de NHG (Nederlands Huisarts Genootschap) standaard. In de NvN richtlijn wordt als bron genoemd de Kruijk 2002. In pubmed zijn er 2 artikelen te vinden met als auteur de Kruijk in publicatiejaar 2002, waarvan een inderdaad over bedrust.
Deze RCT met 107 patiënten vergelijkt een interventie van 6 dagen volledige bedrust met geen bedrust. Als uitkomst maat wordt er gekeken naar klachten na 2 weken, 3 maanden en 6 maanden. Er werd geen significant verschil gevonden. Wel lijkt de groep zonder bedrust minder klachten te ervaren. De conclusie van de auteurs dat er geen effect is van bedrust op de lange termijn en dat het op de korte termijn klachten kan verlichten. Ze adviseren dus geen bedrust na een licht traumatisch hersenletsel om de uitkomst te verbeteren.
Er is uitval in de studiegroep waardoor er bij de uiteindelijke uitkomst maat na 6 maanden er 33 patiënten (van de 54) in de “geen bedrust” groep zitten en 46 (van de 53) in de “wel bedrust” groep zitten. Een studie van 18 jaar geleden, van nog geen 80 patiënten zonder significante verschillen bepaalt al jaren het advies.
Op de wetenschappelijke website “uptodate” wordt een periode van fysieke en cognitieve rust van minimaal 24 uur geadviseerd, gevolgd door een geleidelijke opbouw. Waarbij dit in de patiënten informatie verder wordt gespecificeerd met het advies activiteiten die de klachten verergeren te vermijden.
De bronnen voor deze adviezen zijn afkomstig uit verschillende bronnen. De belangrijkste is een systematic review van Schneider uit 2013. Waarin 28 studies zijn geïncludeerd die het effect van rust of activiteit beoordelen na een (sport gerelateerde) hersenschudding. Hierbij is de conclusie dat een periode van 24-48 uur rust passend is, gevolgd door geleidelijke opbouw, waarbij verder onderzoek van de tijdsduur van de rust nodig is. Ook lijken bepaalde interventies zoals bepaalde fysieke inspanning, vestibulaire en cervicale revalidatie zinvol, maar hier moet nog verder onderzoek naar gedaan worden.
Ook worden er een RCT benoemd die geen verschil bevindt tussen wel en geen rust. Tot slot wordt de “consensus statement in sport” van 2012 aangehaald, waarin een periode van 24-48 uur rust geadviseerd wordt, gevolgd door geleidelijke opbouw.
Als achtergrond over waarom rust averechts kan werken wordt nog een mooie studie van Difazio uit 2016 genoemd. Hierin worden de schadelijke effecten van strikte bedrust benoemd; angst iets kapot te maken in het brein bij het niet houden aan rust, psychische gevolgen zoals depressie en fysieke deconditionering.
Een Pubmed search in december 2020 levert geen nieuwe reviews op, wel een re-evaluatie van de systematic review van Schneider, gepubliceerd in 2016. De conclusie van deze review is onveranderd gebleven.
In dit artikel heb ik geprobeerd om de wetenschappelijke informatie te vertalen in concrete adviezen die patiënten gemakkelijk kunnen begrijpen en uitvoeren.
Met het huidige advies in de Nederlandse richtlijnen, waarin alle dagelijkse taken binnen enkele dagen hervat kunnen worden, doen we in mijn mening onze patiënten tekort.